63 - De Huichelaars (Al-Monaafiqoen) |
|
|
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. |
|
|
1 | Wanneer de huichelaars tot u komen, zeggen zij: "Wij getuigen dat gij inderdaad de boodschapper van Allah zijt." Allah weet dat gij Zijn boodschapper zijt, en Allah getuigt dat de huichelaars inderdaad leugenaars zijn. |
|
2 | Zij hebben hun eden tot een schild gemaakt; zo leiden zij mensen van Allah's weg af. Hetgeen zij doen is zeker slecht. |
|
3 | Dat is omdat zij het geloof omhelsden en daarna verwierpen. Derhalve is een zegel op hun hart gedrukt en zij begrijpen niet (meer). |
|
4 | En wanneer gij hen ziet, behaagt hun uterlijk u en indien zij spreken luistert gij naar hen. Zij lijken op aangeklede stukken hout. Zij denken dat ieder gerucht tegen hen is. Zij zijn (uw) vijanden, neemt u daarom voor hen in acht. Allah's vloek zij over hen! Hoe ver zijn zij afgewend (van de Waarheid)! |
|
5 | En wanneer er tot hen wordt gezegd: "Komt, de boodschapper van Allah zal voor u om vergiffenis vragen," dan wenden zij hun hoofd af en gij ziet hen zich hoogmoedig terugtrekken. |
|
6 | Het is hetzelfde of gij wel of niet voor hen om vergiffenis vraagt, Allah zal hen stellig niet vergeven. Voorzeker, Allah leidt het opstandige volk niet. |
|
7 | Zij zijn het die zeggen, "Besteedt niets voor degenen die met de boodschapper van Allah zijn zodat deze weglopen"- terwijl aan Allah de schatten der hemelen en der aarde behoren; doch de huichelaars begrijpen dit niet. |
|
8 | Zij zeggen: "Als wij naar Madinah terugkeren zal de aanzienlijkste er zeker de minste uitdrijven;" maar eer behoort aan Allah, Zijn boodschapper en de gelovigen; de huichelaars echter weten het niet. |
|
9 | O, gij die gelooft, laat uw rijkdommen en uw kinderen u niet afleiden van de gedachtenis aan Allah. En wie dat doet behoort tot de verliezers. |
|
10 | En besteedt uit datgene waarvan Wij u voorzien hebben voordat de dood één uwer overvalt en deze zegt: "Mijn Heer! Waarom hebt Gij mij niet voor een wijle uitstel verleend, opdat ik aalmoezen zou kunnen geven en tot de rechtvaardigen behoren?" |
|
11 | En Allah geeft niemand uitstel wanneer zijn tijd is gekomen; en Allah is volkomen op de hoogte van hetgeen gij doet. |
|